Stadskoepletten

	  		
verse 1 
                            Dm 
'k stond te dromen aan mijn deur 
                            Gm 
'k was aan 't klappen met de mussen 
                            Dm 
'k stond de dromen aan mijn deur 
           Bb 
maar toen kwaamde gij er tussen 
        Bb7 
met uw ogen en uw kussen 
      Gm                     A7 
en nu zit ik in 't malheur 
                             Dm 
'k stond te dromen aan mijn deur 

verse 2 
                     Dm 
alle straten van de stad 
                     Gm 
lagen blinkend in de regen 
                    Dm 
alle straten van de stad 
      Bb 
en de regen was verlegen 
         Bb7 
want hij had ambras gekregen 
        Gm                 A7 
dat 'em zo geregend had 
                     Dm 
op de straten van de stad 

verse 3 
                     Dm 
'k had ne vetplant gesoigneerd 
                     Gm 
met geduld en concentratie 
                     Dm 
'k had ne vetplant gesoigneerd 
          Bb 
maar toen viel 'em in de gratie 
        Bb7 
van een maske aan de statie 
      Gm                   A7 
mijne plant is gekreveerd 
                     Dm 
'k had ne vetplant gesoigneerd 

verse 4 
                      Dm 
houd uw billen nu wat stil 
                        Gm 
draait zo fel niet met uw ogen 
                      Dm 
houd uw billen nu wat stil 
        Bb 
laat uw zuchten nu maar zwijgen 
        Bb7 
want ge kunt me toch niet krijgen 
        Gm                   A7 
't is een ander die ik wil 
                       Dm 
houd uw billen nu wat stil 

Verse 5 
                    Dm 
van den allerbeste wijn 
                    Gm 
zou ik geren willen drinken 
                   Dm 
van den allerbeste wijn 
        Bb 
maar ik zou er niks aan vinden 
        Bb7 
op mijn eentje, zonder vrienden 
          Gm                 A7 
't zou 'ne zuren beker zijn 
                   Dm 
van den allerbeste wijn